Annoying ducks


Nederlandse tekst onderaan

--

We had a relaxed day at another camping. Ducks were everywhere (in New Zealand in general!) they tried to steal our clothes and food and almost stole my swimming gear. We saw a cool jetski in the middle of the water. Tobin was running around the car while we were having breakfast. My parents saw a Wallaby when we were sleeping (mom addition: not native to New Zealand, but imported from Australia, now only in a small part of the country, but quickly becoming a pest).

 

The next day we went to the hot pools (in Rotorua), it stank like rotten eggs. We first saw this small hot pool where you have to put your feet in and it was burning hot, after a few minutes you get used to it. Long ago the Maori used to throw their eggs in the hot pools to boil them. Then we saw a mountain of rocks where hot water surfaced. Then we went to a big playground and walked to a beach where we saw huge swans but they were black instead of white, it was pretty cool. When you walked on the pier, they were all around you. Further was a broken pier full of seagulls and ducks. Like there were different places for different birds.            

 

  

The next day we went to this place where you have to go with a boat and walk around for an hour to see thermal activity. It stank more like rotten eggs and we could run through the steam that came over the path. If you would put your leg in, you would burn it; it would feel like you put it in fire. We also saw some trees that were hanging over the hot areas and became stone from the heat. There are these very light rocks that are made from the heat/lava (pumice) and you can easily lift them.

  

The next day we went to do some mountain biking again. It was very fun, but very hard. There were these things where you almost fell off. There was a steep mountain and I felt like I was going to bump into the wall, but I didn’t!!!

 

The next day we went to another camping, but it was fully booked. And then, my dad was working on the car, we all had to get out of the car, and then something exploded in the motor and the whole car was under the oily water (mom insert – coolant).


Then we went to climb a very old volcano (Tongariro), first we took a gondola and then we started a 3 hours walk up the mountain to a ridge. It was very hard, but once we reached the top it was a beautiful view and we were almost in the clouds. It was a lot of rock climbing.  On the top, I found a ‘dead’ cicada, it was very big, almost as big as the palm of my hand. We wanted to take it with us, but once we were walking it flew away.

     

The next day we went to a playground that was full of carrots. You could stand under a carrot and pose with it. There was a carrot rocket, carrot car, patato guy. There was a big carrot at the end of the playground and my mom and dad read that the carrot was very old and people would come and take photos with it even before the playground was there. Then we brought our car to the garage to change the brake pads.




Then we went to the beach (Kapati coast above Wellington). My dad made me and my brother mermaids/mermen and we buried my dad in the sand saying that he was becoming a merman. At the beach there was a fish restaurant.

    

The next day we went to another museum of the Māori in Wellington. And we saw old canoes (with eyes) and old temples of the Māori, and how they used to travel on the seas using the stars. We also saw a lot of rocks that they had carved. We went to the playground and the beach and Tobin and I spotted a dead sea star with a lot of legs which was stranded and we helped it back into the water. For diner we went to a Vietnamese restaurant. It was delicious, we all ate noodles, except for Tobin, he ate chicken and rice. On our way back to the campervan we saw funny statues that were people’s faces.

  

 


--
Nederlandse text

We hadden een relaxte dag op een andere camping. Er waren overall eenden (in Nieuw-Zeeland in het algemeen!), ze probeerden onze kleren en eten te stelen en stalen bijna mijn zwemspullen. We zagen een coole jetski midden op het water. Tobin rende om de auto heen terwijl we aan het ontbijten waren. Mijn ouders zagen een Wallaby toen we sliepen.

De volgende dag gingen we naar de hot pools (warm water bronnen en baden in Rotorua), het stonk als rotte eieren. We zagen eerst zo’n kleine hete badje waar je je voeten in moet steken en het was gloeiend heet, na een paar minuten wen je eraan. Lang geleden gooiden de Maori hun eieren in de hete poelen om ze te koken. Toen zagen we een berg rotsen waar heet water naar boven kwam. Daarna gingen we naar een grote speeltuin en liepen naar een strand waar we enorme zwanen zagen, maar ze waren zwart in plaats van wit, het was heel cool. Als je op de pier liep, waren ze overal om je heen. Verderop was een kapotte pier vol meeuwen en eenden. Alsof er verschillende plekken waren voor verschillende vogels.

De volgende dag gingen we naar deze plek waar je met een boot heen moet en een uur kan rondlopen om thermische activiteit te zien. Het stonk nog meer naar rotte eieren en we konden door de stoom die over het pad kwam heen rennen. Als je je been erin zou steken, zou je het verbranden; Het zou voelen alsof je het in het vuur steekt. We zagen ook enkele bomen die over de hete gebieden hingen en steen werden van de hitte. Er zijn van die zeer lichte rotsen die gemaakt zijn van de hitte/lava (puimsteen) en je kunt ze gemakkelijk optillen.

De volgende dag gingen we weer mountainbiken. Het was erg leuk, maar erg moeilijk. Er waren van die dingen waar je bijna vanaf viel. Er was een steile berg en ik had het gevoel dat ik tegen de muur zou botsen, maar dat deed ik niet!!!

De volgende dag gingen we naar een andere camping, maar die was volgeboekt. En toen was mijn vader aan de auto aan het werken; we moesten allemaal uit de auto stappen, en toen explodeerde er iets in de motor en stond de hele auto onder het olieachtige water (mama toevoeging: koelvloeistof).

Daarna zijn we een hele oude vulkaan (Tongariro) gaan beklimmen. Eerst hebben we een gondel genomen en daarna zijn we begonnen aan een wandeling van 3 uur de berg op naar een bergkam. Het was erg zwaar, maar toen we eenmaal boven waren was het een prachtig uitzicht en zaten we bijna in de wolken. Het was veel rotsklimmen. Aan de bovenkant vond ik een 'dode' cicade, die erg groot was, bijna net zo groot als de palm van mijn hand. We wilden hem graag meenemen, maar toen we eenmaal aan het wandelen waren vloog hij weg.

De volgende dag gingen we naar een speeltuin die vol stond met wortels. Je kan onder een wortel staan en ermee poseren. Er was een wortelraket, een wortelauto, een aardappel-man. Er was een grote wortel aan het einde van de speeltuin en mijn vader en moeder lazen dat de wortel erg oud was en dat mensen er foto's mee namen nog voordat de speeltuin er was. Daarna hebben we onze auto naar de garage gebracht om de remblokken te vervangen.

Daarna gingen we naar het strand (Kapati kust boven Wellington). Mijn vader maakte mij en mijn broer zeemeerminnen/meermannen en we begroeven mijn vader in het zand zeggend dat hij een meerman aan het worden was. Op het strand was een visrestaurant.

De volgende dag gingen we naar een ander museum van de Māori in Wellington. En we zagen oude kano's (met ogen) en oude tempels van de Māori, en zagen hoe ze vroeger over de zeeën reisden met behulp van de sterren. We zagen ook veel beeldjes die ze hadden gemaakt van stenen. We gingen naar de speeltuin en het strand en Tobin en ik zagen een dode zeester met veel poten die gestrand was, en we hielpen hem weer het water in. Voor het avondeten gingen we naar een Vietnamees restaurant. Het was heerlijk, we aten allemaal noedels, behalve Tobin, hij at kip en rijst. Op de terugweg naar de campervan zagen we grappige standbeelden die de gezichten van mensen waren.

Comments